Verantwoording.
Inhoudelijk
Technisch
Toekomstplannen
Woordkasteel
in de klassensituatie
Woordkasteel
in de Remedial teaching
Verantwoording
toetsen
Inhoudelijk
Bij het maken van dit programma
stonden ons 3 doelen voor ogen:
1. Het uitvoeren van de spelletjes
moet leiden naar een betere spellingsvaardigheid.
Het goed uitvoeren van de opdracht staat
altijd centraal. Hoewel de oefenvormen opgesierd zijn met animaties en
tekeningen, zijn die zodanig gekozen en getimed, dat ze de leerling niet
afleiden van het uitvoeren van de opdracht.
Foute antwoorden worden nadrukkelijk gecorrigeerd. Verkeerd uitgevoerde opdrachten moeten
over. Je hebt pas gewonnen als alles goed is gemaakt.
Door de veelzijdige oefenvormen komen alle aspecten van een woord aan bod, o.a.:
schrijfwijze, betekenis en onderverdeling in lettergrepen.
2. In ieder spelletje moet een uitdaging zitten.
Bij alle spelletjes kun je winnen of
verliezen. Er is steeds een thema bijv. "Zoek de schat" of
"Versla de tovenaar".
Alle spelletjes hebben een tijdslimiet. Overschrijd je die,
of maak je teveel fouten, jammer dan ben je af. Deze
limieten kan men trouwens zelf helemaal instellen (of
weglaten). Stel dit zo in dat het niet halen van de limiet
in ieder geval de prikkel genereert, om het nog eens te proberen.
3. Het programma moet door kinderen
in een klassensituatie zelfstandig uitgevoerd kunnen worden met zo weinig
mogelijk tussenkomst van de onderwijsgevende.
Educatieve software kan
de leeropbrengsten aanzienlijk verhogen en de leerkracht
veel werk uit handen nemen, mits er aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
De leerlingen moeten zelfstandig kunnen oefenen.
De leerlingen moeten oefenen op het juiste niveau.
Het oefenen moet zo leuk zijn dat leerlingen er niet extra
voor gemotiveerd hoeven te worden.
Technisch
Onze programma's worden
altijd uitgebreid getest. Zowel onder
Windows Vista, Windows 7, Windows 8 en Windows 10. Ook halen we
alles altijd door meerdere virusscanners . Natuurlijk kan het dan nog voorkomen dat er iets mis
gaat. In dat geval horen wij het graag en zullen proberen om het probleem op te
lossen. Garanties kunnen we echter nooit geven en elke verantwoordelijkheid voor
problemen die door het programma veroorzaakt zouden zijn wijzen we dan ook af. Computers blijven soms
eigenwijze machines.
Toekomstplannen
Woordkasteel wordt nog
steeds uitgebreid. Er zijn nu 24 spelletjes klaar: Flitsen, Zinnen, Lettergrepen, Woordzoeker,
Schilderij, Geluidspook, Slangenkuil, Dooldraken, Vleertje,
Letterkat, Molenspel, Steenheks, Slotmeermin, Toverwoord, Blokkennar, Marathonmuis Torenkamer,
Schatkamer, Kroonzaal, IJsprinses, Voedertijd, Zandzakken,
Luchtkasteel en Hulpdraak.
Woordkasteel
in de klassensituatie
Organisatorische keuzes:
Na 18 jaar computergebruik in de klas,
weet iedere onderwijsgevende inmiddels wel, dat er meer voetangels aan zitten dan
aanvankelijk werd gedacht.
Het gebruiken van educatieve software in
de klas geeft nogal eens organisatorische problemen. Wat het
gebruiken van "Woordkasteel" betreft zullen we wat werkvormen
schetsen waarin het programma binnen een klassensituatie kan functioneren.
In alle situaties moet de leerkracht eerst de volgende dingen overwegen:
- Laat ik alle kinderen met de zelfde woordenlijst oefenen?
- Moeten ze allemaal het zelfde spelletje doen of mogen ze zelf kiezen?
- Hoe stel ik de oefentijd in?
1. Het "om de beurt tussendoor"
systeem.
De leerlingen
gaan om de beurt achter de computer(s) zitten om "Woordkasteel" te
doen.
Als een leerling klaar is, kijkt hij of zij naar de volgende naam op het scherm,
en roept de betreffende leerling.
Dit werkt lekker overzichtelijk. Een nadeel van dit systeem is soms wel eens, dat tegen de tijd dat de
les is afgelopen, nog niet iedereen aan de beurt geweest is, terwijl een volgende les
zich misschien niet zo voor regelmatig geloop naar de computer leent. Dat wordt
dan soms een heel geregel over wie er nog moet en wanneer.
2. Computeren in een "Dag of
weektakensysteem".
Woordkasteel is onderdeel van een
weektaak en iedere leerling bepaalt
zelf wanneer hij of zij gaat computeren.
Zo kun je b.v. de 'woordenlijst van de week' met een gewenst spel klaar zetten
in het keuzescherm van Woordkasteel en met de kinderen de afspraak maken dat
iedereen deze taak voor het eind van de week heeft voltooid.
Dit leidt ongetwijfeld tot een intensiever gebruik van de aanwezige computers in
de klas. Je kunt immers zoveel computeropdrachten in de taken inbouwen, als de
capaciteit van de computers toelaat (er is natuurlijk wel enige regelgeving nodig
voor als er files bij de computers ontstaan).
3. Het "circuit" systeem.
Leerlingen werken in groepjes een
tijdseenheid lang aan een opdracht, om hierna te wisselen. Het doen van een
spelletje in Woordkasteel door een groepje leerlingen op meerdere computers is hier dan een onderdeel van.
Stel de werktijd zo in dat die strookt met de duur van een circuitonderdeel.
4. Het "eerst werken dan
computeren" systeem.
Ieder kind doet eerst een willekeurige
opdracht aan zijn of haar tafel en als dit af is, loopt hij of zij naar de
computer om Woordkasteel te doen.
Onnodig te zeggen dat dit zonder duidelijke afspraken wel eens tot een chaos kan leiden. Met veel computers
en weinig kinderen werkt dit wel goed.
Tip.
In het openingsscherm van het leerlingprogramma kan men in
bij het menu-item "Leraartaken" de optie instellen dat
leerlingen niet twee keer achter elkaar mogen. Het gebeurt
nogal eens dat kinderen een spelletje nog een keer proberen
bij een onvoldoende resultaat. Dit is niet altijd gewenst.
Andere leerlingen willen ook een beurt.
Inhoudelijke keuzes:
Klassikaal
Hoe men inhoudelijk werkt met
Woordkasteel hangt af van hoe de op school gehanteerde taalmethode in elkaar
zit.
Hanteert de methode wekelijks aan te bieden woordenlijsten, dan kun je ieder
kind steeds met de zelfde woordenlijst laten oefenen. Die woordenlijsten kun je
trouwens zelf samenstellen, maar kijk eerst eens op
www.woordkasteel.com/wkasteel/derden.htm.
Dankzij noeste arbeid van enthousiaste Woordkasteelgebruikers staan hier
al vele woordenlijsten behorende bij bekende Nederlandse en Vlaamse
taal methodes.
Onderwijs op maat.
Indien de leerlingen wat spelling
betreft op hun eigen niveau werken, dan zijn er de volgende mogelijkheden in
Woordkasteel:
1. Laat per leerling eerst een toets
maken in Toetskasteel. Als het programma spellingachterstanden detecteert,
produceert het een aangepaste werklijst voor de leerling. deze werklijst kan in
het werklijstgedeelte van het leerlingprogramma uitgevoerd worden. Via het
lerarenprogramma kan men deze werklijst zelf nog aanpassen.
2. Stel een oefenpakket samen voor een
groep of een individuele leerling via het Oefenpakket-gedeelte van het
lerarenprogramma.
Woordkasteel
in de remedial teaching.
Woordkasteel bevat nu het onderdeel
Toetskasteel. Hiermee is Woordkasteel uitstekend te gebruiken in de remedial
teaching zowel in als buiten de klas. Het gaat als volgt in zijn werk:
1. |
De kinderen maken een
toets op hun niveau in Toetskasteel-leerling. |
2. |
De computer maakt een
foutenanalyse en stelt een diagnose. |
3. |
De computer maakt
oefenstof aan die bij het specifieke spellingprobleem past. |
4. |
Deze oefenstof kan de
leerling vervolgens in een aantal sessies uitvoeren zowel in de klas, bij
de remedial teacher of thuis. |
Verantwoording toetsen.
Toetskasteel
bestaat uit 9 diagnostische toetsen te weten:
Toets-3-eind
toets-4-midden
toets-4-eind
toets-5-midden
toets-5-eind
toets-6-midden
toets-6-eind
toets-7-midden
toets-7-eind
Deze
toetsen zijn bedoeld om aan de hand van de uitslag ervan, oefenstof voor een
leerling te kunnen genereren. De groepsaanduidingen in de titel van de toetsen
zijn slechts grove indicaties over waar een leerling ongeveer met toetsen zou
kunnen beginnen. Als er eventueel overeenkomsten gevonden worden met bestaande
toetsen, dan berust dit op louter toeval.
(Bekijk ook eens onze demo
over de toetsen)
Opmerking
voor ouders.
Als
je een kind thuis een toets laat maken, is het is niet de bedoeling om uit de
toetsresultaten conclusies te trekken over het feit of een kind achter of voor
loopt bij zijn of haar leeftijdgenoten. Methodes kunnen verschillen in het
moment van aanbieden van bepaalde spellingproblemen en zo de einduitslag
beïnvloeden.
Zo zal de uitslag van Toets-4-eind een stuk slechter gemaakt worden als de
Taalmethode de woorden met z.g. 'Open lettergrepen' (lopen, maken) vrij laat in
het schooljaar aanbiedt. Overleg altijd met de leerkracht, die kan vertellen of
er bij je kind werkelijk een spellingprobleem bestaat.